Overige Producten 
Kabels 
Account  
Offerte voor bedrijven

Dimmer

Vloerdimmer - Interbar
Voor 21u besteld, morgen in huis
€ 38,99
Dimmer - inbouw - JUNG
Voor 21u besteld, morgen in huis
€ 57,99

Hoe kunt u lampen dimmen?

U heeft een lamp en wilt die dimbaar maken. U kunt dan gebruikmaken van de dimmer. Maar welk model is geschikt voor uw lamp? Er zijn verschillende soorten lampen en elke lamp vraagt om zijn eigen oplossing. De eenvoudigste lamp is de gloeilamp die direct op het lichtnet aangesloten wordt. Een gloeilamp is eenvoudig te herkennen aan het bolletje waarin een dunne gloeidraad zit. Een gloeilamp is eenvoudig te dimmen. Iedere 230 volt uitvoering waarvan het gloeilampvermogen tussen het minimum en maximale vermogen zit, is geschikt voor het dimmen van uw gloeilamp. Een halogeenlamp is een gloeilamp waarvan de draad op een hogere temperatuur werkt. Er zijn netspanningshalogeenlampen en laagspanningshalogeenlampen. Voor de netspanningshalogeen geldt hetzelfde als de standaard gloeilamp. Een laagspanningshalogeenlamp wordt via een klassieke draadgewonden transformator of een elektronische transformator op het lichtnet aangesloten. Om een laagspanningshalogeenlamp te kunnen dimmen, heeft u een type nodig dat geschikt is voor halogeenlampen. Deze wordt in het 230-voltcircuit tussen de transformator en het lichtnet aangesloten. Heeft u een elektronische halogeentransformator, dan moet deze geschikt zijn voor dimmen. Is deze dat niet, bestel dan ook een nieuwe dimbare elektronische halogeentransformator.

Dimmen van ledlampen

Een ledlamp werkt volgens een heel ander principe dan een gloeilamp. In een gloeilamp loopt er stroom door draad met een elektrische weerstand, waardoor deze heet wordt en helder oplicht. Een led is een halfgeleiderdiode waarbij de elektronen die door de halfgeleiderovergang gaan, direct fotonen produceren. Een ledlamp bestaat vaak uit meerdere leds en een ingebouwde elektronische schakeling die de stroom door de leds reguleert. Er zijn twee soorten ledlampen. Ten eerste netspanningsledlampen die rechtstreeks op het lichtnet aangesloten kunnen worden en ten tweede laagspanningsledlampen zoals ledstrips die op 12 volt werken en via een ledtransformator op het lichtnet worden aangesloten. Het ontwerp van elektronica in de ledlamp en de elektronische transformator bepaalt of een led wel of niet dimbaar is. Op een ledlamp en ledtransformator staat met een dimmersymbool aangegeven of deze wel of niet dimbaar zijn. Wilt u een laagspanningsledlamp kunnen dimmen, dan moet zowel de led als de elektronische transformator dimbaar zijn. Let bij het bestellen van de dimmer op het vermogen. Het vermogen van aangesloten leds moet tussen het maximale en het minimale dimbare led vermogen liggen.

Snoerdimmer

Een snoerdimmer is een model dat u eenvoudig zelf in een snoer van een schermlamp kunt monteren. Heeft het snoer al een snoerschakelaar, dan vervangt dit model de schakelaar. Heeft de schemerlamp een eigen ingebouwde schakelaar, dan kan dit model ook gebruikt worden. De schakelaar moet dan wel op “aan” staan om de dimmer te laten functioneren. Voor de montage heeft u de volgende stukken gereedschap nodig. Een kniptang, een striptang, een kabelmesje en een schroevendraaier. Trek voordat u aan de slag gaat de stekker uit het stopcontact. Zit er al een schakelaar in het snoer, dan kunt u deze verwijderen door deze open te maken of het snoer vlak bij de schakelaar af te knippen. Heeft u deze afgeknipt, pel dan beide snoereinden met het mes open zonder hierbij de aderisolatie te beschadigen. Strip daarna de draadeinden met de striptang, een halve centimeter is daarbij meestal voldoende. Sluit het snoer waar de lamp aan zit aan op de contactpunten met het lampsymbool. Sluit het snoereinde met de stekker aan op de twee contactpunten met het netspanningssymbool. Soms staan hier ook de letters N en L bij.

Inbouwdimmer

Met een inbouwdimmer vervangt u een wandschakelaar. Voor het inbouwen is enige ervaring met elektrische installaties vereist. Heeft u dat niet, laat het inbouwen van de dimmer dan aan de vakman over. Wilt u deze toch zelf inbouwen, schakel dan voor u begint in de meterkast de netspanning uit. Wordt de lamp met een enkele schakelaar bediend, dan is de schakelaar aangesloten met een bruine en een zwarte draad. Sluit deze twee draden op de dimmer aan. Heeft u een model met drie aansluitingen, sluit dan een van de twee draden aan op de aansluiting gemerkt met ‘P’. Wordt de lamp bediend met twee schakelaars, dan heeft u een zogenoemde hotelschakeling. U kunt één van beide schakelaars vervangen door de dimmer. De andere blijft gewoon functioneren om het licht aan en uit te zetten. Voor deze situatie maakt u gebruik van de dimmer met de optie “wisselschakelaar”. Let bij het loshalen van de schakelaar die u wilt vervangen, goed op de aansluitingen. Een van de schakelaarcontacten is gemerkt met een P en/of heeft een rode markering. Sluit deze draad na het losnemen van de schakelaar aan op het P contact van de dimmer.