Allekabels.nl heeft een uitgebreide catalogus aan antenne materiaal. Om coaxkabel te kunnen gebruiken moet het gestript worden, dat wil zeggen dat de koperkern zichtbaar gemaakt moet worden. dit doen we met een handig stukje antenne materiaal: de striptang of ook wel coax stripper. Hiermee wordt het isolatieomhulsel (de buitenmantel) weggehaald, zodat de koperkern zichtbaar wordt. Een vernuftig stuk antenne materiaal vormt de handige montagesleutel. Hiermee kan een gestripte coaxkabel aangesloten worden op een female F-connector: een ‘vrouwtjes’-connector met schroefdraad. De sleutel bestaat als enkele en 3-in-1 uitvoering. De Hirschmann CKT 75 is er bijvoorbeeld voor het testen van kabels. Meer specifiek: het testen van kortsluiting in de coaxkabel, connectoren of koppelstukken. Naast montagegereedschap en tester bestaat het antenne materiaal ook uit coaxkabel verbinders (coax koppelstukken) om twee coaxkabels aan elkaar te maken. Natuurlijk hebben we ook de eerder genoemde afsluitweerstanden in de antenne materialen catalogus.
Bijzonder antenne materiaal vormt de satelliet-TV combiner, die het signaal van een satellietschotel en van coaxkabel combineert en dat vervolgens naar de ontvanger of de televisie stuurt. Natuurlijk kan deze combiner ook worden gebruikt om het signaal te splitsen door ingang als uitgang te gebruiken. Ons antenne materiaal bevat daarnaast ook nog bliksembeveiligers. Belangrijk bij dit antenne materiaal is de maximale stroomsterkte in Ampère. Weer ander antenne materiaal vormt de Kabel-TV via UTP coax verlenger. UTP staat voor unshielded twisted pair en is niet-afgeschermde netwerkkabel. Deze gebruikt u wanneer u geen coaxkabel heeft liggen, maar wel netwerkkabel. U kunt dankzij dit stuk vernuftig antenne materiaal dan toch kabel-TV kijken. Om het voor u mogelijk te maken om eigen TV-kanalen te kunnen aanbieden via vrije kanalen van kabelaanbieder Ziggo hebben we bij het antenne materiaal nog sperfilters opgenomen. Deze werken alleen zonder internet.
De antenne is een stuk antenne materiaal dat in haar meest eenvoudige vorm een stuk draad is. Deze draad vangt de radiogolven in de ruimte op en zet dit radiofrequent signaal, RF, om in een wisselstroom. Wisselstroom is stroom die een aantal keren per seconde van richting verandert, uitgedrukt in Hertz (Hz). Daarbij is 1 MHz gelijk aan 1 miljoen Hertz. Die radiosignalen zijn elektromagnetische golven, dus zowel elektrisch als magnetisch. Antennes kunnen meerdere van die radiosignalen met ieder een eigen frequentie ontvangen. Een dergelijk spectrum van te ontvangen RF-signalen heet bandbreedte en wordt uitgedrukt in Hz of eerder nog MHz. Daarnaast is de antenne niet in alle richtingen even gevoelig voor het te ontvangen RF-signaal, of anders gezegd: neemt het RF-signaal niet in alle richtingen even duidelijk waar. Deze richtingsgevoeligheid wordt uitgedrukt in een grafiek, de richtingskarakteristiek oftewel het stralingsdiagram. Dat is ook de reden waarom we een antenne soms moeten draaien om een betere ontvangst te krijgen. De antenneversterking is een maat om aan te geven hoe effectief de antenne is in het oppikken van het RF-signaal en wordt uitgedrukt in decibel, dB. Verder heeft een antenne een weerstand die wijzigt met de frequentie, dus een frequentieafhankelijke weerstand.
Skineffect en mantelstromen zijn twee verschillende, echter veel op elkaar lijkende, termen als het gaat om storing. Skin is Engels voor ‘huid’, in deze context hier: mantel. De antenne is aangesloten op een stuk antenne materiaal dat coaxkabel heet. Deze bestaat uit een kern en een mantel. Bij hogere frequenties neemt de impedantie van de kern toe en wordt de stroom als het ware naar buiten gedreven en vloeit via de mantel. Stroom neemt namelijk de weg van de minste weerstand! Mantelstroom daarentegen ontstaat door instraling van stoorsignalen van buitenaf, oftewel magnetische inductie genoemd. Dus bij skineffect ligt het initiatief, om het zo maar eens te zeggen, in de coax zelf en bij een mantelstroom erbuiten. In beide gevallen gaat echter een stroom door de mantel vloeien. Een coaxkabel is symmetrisch, heel eenvoudig gezegd: de kern en mantel zijn verschillend, asymmetrisch (ongebalanceerd, in het Engels ‘unbalanced’). De antenne, een metalen staaf, is symmetrisch oftewel gebalanceerd/’balanced’. Beiden sluiten niet netjes op elkaar aan en dat zorgt ervoor dat er geïnduceerde stromen in de mantel voor storing zorgen. En omdat er een aard-lus is tussen het lichtnet, de daarop aangesloten apparatuur en de antenneaansluiting, wordt die storing overgedragen op de voedingsspanning van de apparatuur en veroorzaakt daar een brom.
De storingen veroorzaakt door het skineffect en mantelstroom kunnen worden vermeden, of anderszins opgeheven, door een handig stukje antenne materiaal te gebruiken: Balun. Balun staat voor balanced/unbalanced. Een andere aanduiding voor dit antenne materiaal is mantelstroomfilter. Ook wel aard-lus isolator of choke balun genoemd. Choke is het Engels voor ‘wurgen’ of het in de telecomwereld gebruikelijke begrip ‘afknijpen’. De kern van dit filter wordt gevormd door een om een ferrietkern gebonden spoel van koperdraad. Een andere vorm van ‘storing’ wordt veroorzaakt door reflectie. Reflectie treedt op wanneer een geluidsgolf, wat het radiosignaal oftewel antennesignaal immers is, terugkaatst tegen een open einde van de coaxkabel die een virtuele muur vormt. Hierdoor gaat deze teruggekaatste golf de volgende heengaande golf tegenwerken. Dat gebeurt een miljoen maal per seconde! Het antennesignaal gaat nu vervormen. Om dat te vermijden moeten we de coaxkabel afsluiten met een stuk antenne materiaal dat afsluitweerstand heet, die we op de coaxkabel aansluiten. Hiermee wordt kunstmatig een coaxkabel van oneindige lengte gecreëerd en wordt de golf dus niet meer teruggekaatst. Een dergelijke afsluitweerstand wordt uitgedrukt in Ohm of Ω, een gangbare waarde is 75 Ω. De demping, dus verzwakking van het antennesignaal, uitgedrukt in decibel, is gering en ligt om en nabij de 1,5 dB.
4G staat voor de vierde generatie mobiele telecommunicatie, zoals smart phones. Deze kunnen andere apparaten, zoals een televisie, storen wanneer ze dicht in de buurt ervan komen. Dit komt, net als bij de antenne, door elektromagnetische instraling: interferentie. Deze interferentie wordt ook wel aangeduid als 4G LTE storing, waarbij LTE staat voor het systeem dat 4G mogelijk maakt: Long Term Evolution. De filters in ons antenne materiaal assortiment, onderdelen om deze storing tegen te gaan, heten geheel consequent 4G LTE filters. Het is een zogenoemde low pass filter, dat de invloed van het stoorsignaal, gemakshalve even 4G mobiele telefoniesignaal genoemd, onderdrukt. Dit filter antenne materiaal, wordt ook wel met de Engelse term voor onderdrukker, suppressor, aangeduid. De demping of mate van onderdrukking van het stoorsignaal wordt uitgedrukt in decibels, dB. Voorbeeldwaarde: 10 dB oftewel ruim 8-voudige demping. Dit stuk antenne materiaal is in deze tijd van intensief 4G gebruik geen overbodige luxe.