Er zijn verschillende soorten lampen en niet elke dimmer is geschikt voor elke soort. De eerste soort is de bekende 230 volt gloeilamp. Alle dimmers die geschikt zijn voor 230 volt zijn geschikt om een gloeilamp te dimmen. Het tweede soort is de halogeenlamp. Dit is een speciaal soort gloeilamp. Er zijn verschillende soorten halogeenlampen: laagspanning en netspanning halogeenlampen. De netspanning halogeenlamp heeft dezelfde eigenschappen als een standaard gloeilamp en kan op elk dimmermodel dat geschikt is voor 230 volt aangesloten worden. De laagspanning halogeenlamp wordt met een klassieke draadgewonden transformator of een elektronische halogeentransformator op het lichtnet aangesloten. Een laagspanning halogeenlamp kan gedimd worden als deze is aangesloten op een draadgewonden transformator of een elektronische transformator die geschikt is voor dimmers. De dimmer wordt in het 230 volt circuit aangesloten en moet geschikt zijn voor halogeenlampen. Tegenwoordig zijn bijna alle types die te koop zijn geschikt voor gloeilampen en halogeenlampen.
Een led werkt altijd op laagspanning. Bij een 12 volt led moet er een draadgewonden of een elektronische transformator gebruikt worden om de led op het lichtnet aan te sluiten. Een ledlamp die rechtstreeks op het lichtnet aangesloten kan worden, beschikt over een ingebouwde elektronische schakeling waardoor de led op netspanning kan werken. Bij ons kunt u een led dimmer bestellen in 2 soorten. De 12 of 12/24 volt uitvoering die geschikt is voor 12 volt of voor 12 en 24 volt leds. Dit type wordt tussen een 12 volt led en de transformator in het voedingscircuit opgenomen. De tweede soort is de 230 volt uitvoering voor leds. Dit type is geschikt voor zowel 12 volt leds die op een draadgewonden of voor dimmen geschikte elektronische transformator zijn aangesloten. Dit model wordt in het netspanningscircuit opgenomen. Wilt u leds dimmen, dan heeft u een led dimmer nodig. Door de lage belasting van een led werken de meeste gloeilamp- of halogeenuitvoeringen niet goed samen met leds.
Veel goedkope ledlampen kunt u niet dimmen. Doet u dit toch, dan zal de lamp alleen op de hoge stand licht geven en op een lage stand gaan knipperen of helemaal geen licht geven. Gelukkig staat op bijna elke verpakking van een ledlamp aangegeven of deze wel of niet dimbaar is. Niet dimbare leds worden aangegeven met een draaischijfsymbool met daar een kruis door. Vaak staat daar ook nog eens “non dimmable” bij. Elk type heeft een maximaal en minimaal dimbaar vermogen. Het maximale dimbare vermogen is het maximale vermogen wat aangesloten mag worden voordat overbelasting optreed. Veel exemplaren hebben een ingebouwde zekering of zijn elektronisch tegen overbelasting beschermd. Hiermee wordt voor komen dat de interne elektronica beschadigd raakt bij ene te hoge belasting. Het minimaal dimbare vermogen is het vermogen van de lamp of het gezamenlijke vermogen van meerdere lampen dat aangesloten moet worden om de dimmer goed te laten functioneren. Sluit u een lamp met minder vermogen aan, dan gaat deze op een lage dimstand knipperen. Ook is het mogelijk dat bij een te lage belasting de aangesloten verlichting helemaal niet aangaat.
De inbouwdimmer wordt net als een wandschakelaar in een wanddoos ingebouwd. Heeft u in een ruimte twee schakelaars voor één lamp, dan vormen deze schakelaar een zogenoemde hotelschakeling. Wilt u een van beide schakelaars vervangen, bestel dan een type met de optie “druk wissel schakelaar”. Hiermee kan dit type in een hotelschakeling met een tweede schakelaar worden opgenomen, bijvoorbeeld een trekschakelaar die vanuit bed te bedienen is. De aangesloten lamp kan zo met een draaiknop hoger en lager gezet worden door aan de knop te draaien en aan-en-uitgezet worden door op de knop te drukken. De lamp kan ook bediend worden met de tweede schakelaar, waar de lamp ook aan-en-uitgezet kan worden. Wilt u dit model zelf aansluiten, let dan goed op de aansluitingen van de te vervangen schakelaar. Een van deze aansluiting is gemerkt met een “P”. Dit zogenoemde P contact is het wisselcontact van de schakelaar. De draad die op het ‘P’ contact van de schakelaar is aangesloten, moet ook op het ‘P’ contact van de dimmer schakelaar aangesloten worden. De andere twee draden sluit u aan op de andere twee contacten. De positie van de resterende twee draden maakt hierbij niet uit.
Een snoerdimmer is een model dat u zelf in een snoer kunt monteren. Dit model vervangt hierbij de bekende snoerschakelaar. Maar ook als er geen schakelaar in het snoer aanwezig is, kunt u dit model zelf monteren. Met het juiste gereedschap is het eenvoudig om dit type zelf veilig in een bestaand aansluitsnoer te monteren. Trek voordat u met de montagewerkzaamheden begint de stekker van het snoer uit het stopcontact. Zit er een schakelaar in het snoer, dan kunt u de schakelaar openen en losmaken of het snoer aan beide zijden van de schakelaar afknippen met een kniptang. Snij daarna beide snoereinden open zodat de aders zichtbaar worden. Strip daarna de aders en sluit deze op de aansluitpunten aan. Let goed op dat u het deel met de stekker op de netspanningsaansluiting aansluit en het deel dat aan de lamp zit op de lampaansluiting. Heeft u een drie-aderig snoer met een groen/gele ader? Zorg dan dat deze op de aardeaansluiting wordt aangesloten. Heeft de dimmer geen aardeaansluiting, zet dan beide aardedraden aan elkaar met een kroonsteen.