Overige Producten 
Kabels 
Account  
Offerte voor bedrijven

Autolamp

Verschillende types autolamp

Koplampen zijn in diverse soorten verkrijgbaar: halogeen, xenon autolamp en ledlampen. Vooraf kan al gezegd worden dat ledlampen verreweg de langste levensduur hebben en xenon de beste lichtopbrengst. Halogeen autolampen zijn een soort van gloeilampen waarbij de bol gevuld is met halogeengas. Door een chemisch proces verdampt een laagje van het wolfraamdraadje, maar slaat telkens weer op het wolfraamdraadje neer. Omdat het wolfraamdraadje niet regelmatig verdampt, wordt op een gegeven moment het draadje op een bepaalde plaats dunner, waardoor de stroom op die plek de temperatuur van het wolfraam verhoogt en er nog meer wolfraam verdampt. Zelfs zoveel dat het draadje doorbrandt, omdat de hoeveelheid verdamping groter is dan de neerslag ‘kan bijhouden’. Xenon autolampen zijn gasontladingslampen waarin zich twee staven bevinden, omgeven door gas dat onder hoge druk staat. Door elektrische stroom wordt tussen de twee staven nu een overslaande vonk, zichtbaar als een lichtboog, opgewekt. Leds zijn diodes. Dit zijn kleine elektronische componenten die de stroom maar in één richting doorlaten en twee metalen stripjes hebben die omgeven zijn door kunststof. Als u dit vergelijkt met een wolfraamdraadje, zoals nog aanwezig in de kentekenplaatverlichting bijvoorbeeld en die door kan branden, begrijpt zelfs een niet-elektronicus dat een led een megalange levensduur heeft.

Autolampcoderingen

In de auto-industrie zijn de koplampen genormaliseerd en worden aangeduid met een letter-nummer combinatie. De autolamp H4 is de kleinste qua vorm en lijkt veel op zijn grotere evenknie, de autolamp H7. Beiden zijn 55 W voor grootlicht en 35 W voor dimlicht, en hebben een spanning van 12 V. De H1 autolamp heeft geen donker ‘hoedje’, de autolamp-eigen reflector. H4 heeft in tegenstelling tot H1 en H7 een dubbele draad, eentje voor dimlicht en een ander voor grootlicht. H7 is een verbeterde versie van de H4 met 30% meer lichtopbrengst. H1 wordt vooral gebruikt voor de mistlamp. Bij de xenon autolamp komen we nog twee tegen. H7-R is een speciale versie van de H7 en bedoeld voor koplampen zonder volledig dichte reflector. H7-C is een ingekorte versie van de H7 om te voorkomen dat die de reflector van de koplamp raakt in auto’s met kleinere koplampbehuizingen. Dan is er nog Bi-Xenon en Hi-Low Xenon. In het eerste geval heeft de autolamp een hulsje dat verschuift om van dim- naar grootlicht te gaan en omgekeerd. In het tweede geval is er een xenon autolamp voor dimlicht en een halogeenlamp voor grootlicht.

Achter-, rem- en andere verlichting

Achter- en remlichten moeten bij wet rood van kleur zijn. We zagen al dat licht een kleurtemperatuur heeft en die wordt uitgedrukt in Kelvin. Maar omdat het tevens om straling gaat, kunnen we het ook uitdrukken in Hertz of ook anders gezegd golflengte, Lambda/λ. Rood heeft namelijk een grote lambda-waarde, oftewel een grote golflengte, dus weinig verstrooiing van het licht en wordt daardoor door ons het beste waargenomen. Hiervoor hoeven we niet per se rode autolampen te gebruiken, we kunnen dit effect ook bereiken door witte autolampen te laten schijnen door rood glas/kunststof. Knipperlichten kunnen op twee manieren werken, wat consequenties heeft voor de aard van de autolamp. De oudere modellen werken met een bi-metaaltje dat door de eigen warmte, door de stroom opgewekt, afwisselend de stroomverbinding verbreekt en sluit. De moderne autolampjes werken met een pulserende of intermitterende stroom. Knipperverlichting moet bij wet oranje zijn, omdat oranje in het beste waarnemingsgebied dicht bij rood ligt of zelfs ‘licht’! Dashboard-, binnen- en kofferbakverlichting kan als ‘ouderwets’ gloeilampje voorkomen, maar hiervoor wordt steeds vaker ook het alternatief van halogeen of led genomen. Beiden hebben een betere lichtopbrengst en langere levensduur.

Wettelijke eisen aan autolampen

Auto’s met een typegoedkeuring van na 1 januari 2011 zijn verplicht om dagrijverlichting (daytime running lights, DRL), te voeren overdag. Dat is gewoonlijk een in een rij opgestelde ledverlichting beneden de koplamp. Daarnaast is er natuurlijk het dimlicht, dat zo genoemd wordt omdat je hier de tegenligger niet mee verblindt. Tenzij natuurlijk de koplampen niet goed zijn afgesteld of de achterzijde van de auto te zwaar belast is, een aandachtspunt tijdens de APK-keuring. Stadslichten worden alleen gebruikt als parkeerlicht en mogen niet tijdens het rijden zonder andere verlichting gebruikt worden, een veel gemaakte fout. Grootlicht wordt gebruikt als het donker is en mistlicht mag alleen bij mist als het zicht minder dan 50 meter is of bij hevige sneeuwval. Niet bij zware regenval! Voor wat betreft de koplampen is het tegenwoordig toegestaan verschillende kleuren te voeren naast het standaard wit en geel. Zo zijn er ook koplampen in blauw, paars, geel en groen. Voor het achterlicht en het remlicht geldt alleen maar dat het glas rood moeten zijn of het glas wit en de autolampjes rood en voor knipperlichten oranje.

Belangrijke kenmerken

Er staan nogal wat technische termen op de verpakking van een autolamp. Het elektrisch vermogen in Watt, is het vermogen dat opgewekt wordt door een combinatie van de stroom in Ampère die door de autolamp vloeit en de elektrische spanning in Volt die op de autolamp staat. Het voltage op de lamp/verpakking is voor Europese auto’s standaard 12 V. Het wattage varieert en bedraagt voor koplampen gewoonlijk 55 W. Voor achterlichten en binnen-, dashboard-, kenteken-, en kofferbakverlichting bedraagt die doorgaans 5 W. Fellere lichten, zoals knipper- en remlichten, hebben meestal een vermogen van 21 W. Daarnaast staat de lichtopbrengst oftewel luminantie vermeld op de verpakking/autolamp. Dit is de lichtsterkte per oppervlakte-eenheid, of anders gezegd, de luminantie beschrijft de helderheid van de autolamp. Deze lichtsterkte wordt uitgedrukt in candela, cd. Toch staat niet het aantal candela vermeld, maar het aantal lumen, lm. Ook al lijkt dit woord op luminantie, toch heeft het betrekking op de lichtstroom, de fotonen of lichtdeeltjes die zich verplaatsen. Het is de hoeveelheid uitgestraald licht per tijdseenheid. 1 lm = 1 cd x oppervlakte. Kleurtemperatuur ten slotte is een maat om de kleur uit te kunnen drukken in een kleurtemperatuur, in K(elvin). Blauw heeft een hogere kleurtemperatuur dan rood.