Dit is een type coaxiaalaansluiting die veel gebruikt wordt in de meettechniek en als aansluiting voor hoogfrequentapparatuur. Bij een coaxiaalaansluiting is er een spanningvoerende middengeleider die omhuld wordt door een buisvormige afscherming. Een coaxiaal kabel kan voor zowel laagfrequente als hoogfrequente signalen worden gebruikt. Bij laagfrequente signalen vindt de energie-overdracht vooral plaats door de stroom die door de middengeleider loopt en door de mantel weer retour stroomt. Het hoogfrequente signaal plant zich als een elektromagnetische golf voort tussen de middengeleider en de buisvormige afscherming. In de mantel en de middengeleider vloeien de bijbehorende inductiestromen, waardoor de elektromagnetische golf binnen de mantel opgesloten blijft. Het is een handige en kleine coaxiaalconnector die zijn populariteit ontleent aan de kwartslagsluiting. In tegenstelling tot veel andere connectors zoals een N en F connector die een schroefdraad hebben, kan deze connector in één handeling vastgezet en weer losgekoppeld worden. De connector is geschikt vanaf gelijkspanning tot een hoogfrequentsignaal van circa 4 gigahertz [GHz] en heeft een spanningsrating van maximaal 500 volt effectief. De connector is een afkorting waarbij behalve de bajonetsluiting (B) ook de namen van de twee ontwikkelaars zijn verwerkt: Paul Neill (N) en Carl Concelman (C).
Het gedrag van laagfrequente signalen is eenvoudig te beschrijven met de wet van Ohm. Een laagfrequent signaal loopt van de bron door een kabelader naar zijn bestemming en via een andere ader weer terug naar de bron. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de weerstand van de kabel laag is, zodat er weinig spanningsval in beide kabeladers optreedt. Hierdoor blijft er veel signaalvermogen bij de bestemming over. Een hoogfrequent signaal plant zich als elektromagnetisch golffront voort. Bij het binnentreden van een kabel heeft deze elektromagnetische golf een vaste verhouding tussen spanning en stroom. De verhouding is afhankelijk van het ontwerp van de kabel en wordt impedantie genoemd. Dit is een hele andere eigenschap dan de ohmse weerstand van een kabel. De impedantie is de vaste verhouding tussen de hoogfrequente stroom en spanning in de kabel en is onafhankelijk van de lengte van de bekabeling. De ohmse weerstand van een kabel wordt hoger bij een langere kabel. Het is in deze ohmse weerstand waar signaalverlies optreedt. Dit wordt kabeldemping genoemd. De impedantie van een hoogfrequent kabels en connectors wordt net als de ohmse weerstand aangegeven in ohm.
Om ervoor te zorgen dat een hoogfrequente elektromagnetische golf een kabel goed binnentreedt en er geen reflecties ontstaan, is het belangrijk dat de gebruikte connector dezelfde impedantie heeft als de bekabeling. In de telcommunicatie en meettechniek wordt veel gewerkt met coaxiaalkabel met een impedantie van 50 ohm. In de professionele videotechniek wordt veel gewerkt met coaxkabel met een impedantie van 75 ohm. De connector is in eerste instantie ontworpen voor gebruik met een coaxiaalkabel met een impedantie van 50 ohm. Later is er een aangepast ontwerp gemaakt voor gebruik met coaxiaalkabel met 75 ohm. Beide connectors hebben dezelfde buitendiameter, maar hebben een binnenwerk met afwijkende afmetingen. 50 en 75 ohm BNC connectors zijn niet uitwisselbaar en passen ook niet op elkaar. Forceert u connectors met een verschillende impedantie op elkaar, dan kunt u ze onherstelbaar beschadigen. Bij het bestellen van een BNC verloopstekker is het daarom belangrijk dat u weet welke impedantie u nodig heeft. Bestelt u een BNC verloopstekker voor gebruik bij meetapparatuur dan heeft u een 50 ohm verloopstekker nodig, tenzij er specifiek op het apparaat is aangegeven dat het om een 75 ohm aansluiting gaat.
Naast deze zijn er veel andere coaxiaalconnectors in omloop. In de praktijk komt het dan ook regelmatig voor dat een snoer niet de juiste connector heeft om deze op een apparaat of een ander snoer aan te sluiten. Het is natuurlijk mogelijk om de connector die aan de kabel zit te vervangen door het juiste model, maar in de praktijk is het sneller en eenvoudiger om een passende verloopstekker te gebruiken. Een BNC verloopstekker heeft het voordeel dat deze zonder tijdrovend werk snel gemonteerd is. Een BNC verloopstekker bestaat in veel verschillende uitvoeringen. De meeste modellen beschikken over een female aansluiting, zodat ze eenvoudig op een BNC kabelconnector gezet kunnen worden. Sommige modellen BNC verloopstekker zijn uitgevoerd als male en hierdoor geschikt om rechtstreeks op een chassisdeel te zetten. Let hierbij wel op de mechanische belasting, met name als u dikke coaxiaalkabels aansluit. Bij ons vindt u verloopstekkers van BNC naar N connector, F Connector, SMA PL 259, tulp, banaanstekker en schroefterminals. Wij leveren ook splitters hiervoor. Deze worden onder andere gebruikt om het signaal van een doorgaande coaxkabel af te tappen voor bijvoorbeeld een meting. Naast het veranderen van een type aansluiting, kunt u ook een kabel willen verlengen. Als het product voor dit doeleinde gebruikt wordt spreken we ook wel van een BNC koppelstuk.