MIDI is de afkorting van Musical Instrument Digital Interface. Dit “interface” is een zeer gedetailleerde technische standaard waarmee apparaten met een interne digitale besturing ook met elkaar kunnen communiceren. Theoretisch hoort het dus meer thuis in de computerhoek. In de praktijk is het in 1982 ontwikkeld om synthesizers, muziekinstrumenten dus, met elkaar te laten communiceren. Dat was ook dringend nodig, want in die tijd had bijna elke “sound” in een muziekstuk een eigen stuk hardware nodig. Daarbij hoorde dan ook een eigen behuizing en een eigen klavier. Hoorde u dus in een nummer 10 verschillende geluiden, waren daar soms ook echt 10 verschillende keyboards voor nodig. Vanuit de muzikantenwereld kwam dan ook de vraag of dat niet handiger kon, want om dit - live bijvoorbeeld - te reproduceren had alleen al de toetsenspeler een eigen vrachtwagen nodig. De start van MIDI lag dus bij de toetsenwereld, inmiddels werken zeer uiteenlopende apparaten met elkaar samen. Allemaal (vaak) via een universele MIDI kabel.
Kern van het idee achter MIDI is dat door het koppelen van 2 apparaten met slechts één snoer het ene apparaat het andere kan besturen. Een soort afstandsbediening dus, waarbij meestal sprake is van een zogenoemde master slave constructie. De master is het apparaat dat stuurt en de slave wordt via de MIDI kabel bestuurd. Dit wordt gedaan door de MIDI out van de master te verbinden met de MIDI in van de slave door middel van een MIDI kabel. Daarmee was het probleem nog niet opgelost dat één apparaat vele apparaten moest kunnen aansturen. De oplossing hiervoor werd gevonden in toepassing van kanalen. Zender en ontvanger moesten op hetzelfde kanaal worden ingesteld, waarbij elke ontvanger een eigen MIDI channel kreeg. Ook werd er behalve de MIDI in en MIDI out nog MIDI thru bedacht zodat je een MIDI ketting kon creëren, anders had de master/zender zeer vele MIDI outs moeten hebben. Door de MIDI thru was één MIDI out voldoende, vervolgens wordt een MIDI kabel gelegd tussen iedere MIDI thru en MIDI in.
De connectoren van een standaard MIDI kabel zijn 2 male 5 pins DIN connectoren. Een variant is de MIDI verlengkabel, waarbij een van de mannelijke connectoren is vervangen door een vrouwelijke DIN connector zodat je de kabel kunt doorlussen en verlengen. Verder zijn er ook types die mini DIN connectoren of tulp (RCA) connectoren gebruiken om te koppelen met bepaalde hardware. Het gebruik van afwijkende connectoren was eigenlijk niet de bedoeling. Door de miniaturisatie van veel apparaten bleek het echter soms nodig om de bekabeling te laten “verlopen” naar kleine connectoren die passen in de kleine behuizingen van tegenwoordig. Een andere variant die je maar weinig ziet is de 8-polige mini DIN, die voornamelijk werd gebruikt om specifieke studioapparatuur en digitale instrumenten direct via MIDI te laten communiceren met computerapparatuur.
Hoewel de eenvoud van de universele 5 pins MIDI kabel zeer aansprekend was, bleken er in de loop van de tijd toch wat bottlenecks in het systeem op te treden. Een daarvan was de snelheid van het protocol, het versturen van een MIDI event duurt circa 1 milliseconde. Bij grote hoeveelheden data was er soms hoorbare vertraging. Verder bleek een grote MIDI setup toch nog (te) veel kabels in beslag te nemen. Elk apparaat in de keten had immers een eigen MIDI kabel, audiokabel en stroomkabel nodig. Ook deed videobeeld zijn intrede en werd bijna vast onderdeel van veel producties, terwijl MIDI geen video ondersteunt. In de loop der jaren zijn FireWire en Ethernet gebruikt om MIDI en video signalen te transporteren. Soms werd een standaard MIDI kabel dan ingeplugd in een dergelijk uitgebreid device, regelmatig werden ook verloopstekkers gebruikt. Een tijdlang was er mLAN met eigen MIDI stekkers, maar sinds 2007 hebben we daar niets meer van vernomen. Bij consumentenapparatuur wordt tegenwoordig meestal MIDI over USB gebruikt.